Soms overkomt je iets heel heftigs. Zo heftig dat je een stoot adrenaline krijgt van hier tot Tokio. Een paar tellen ben je lamgeslagen, staat je verstand op nul. Tot die adrenaline gaat werken. Dan handel je, uit instinct en zeer zeker niet uit ervaring. Je probeert alles zo goed mogelijk te doen, maar weet niet of je dat ook doet. Je blijft bezig, met van alles en nog wat, tot alles afgehandeld is.
Je wordt opgevangen, dat voelt als een warme deken, je drinkt samen een kop koffie en dan is het tijd om naar huis te gaan. De rit naar huis is gevuld met een ‘praatje pot’, soms stiltes, maar wel met een gevoel van saamhorigheid.
En dan, dan kom je thuis, manlief slaapt. Je zet koffie, zet je lappie aan en ineens istie daar, de klap.
Daar was je totaal niet op voorbereid maar dringt het pas goed tot je door wat er gebeurd is. Je weet dat het gebeurt, bijna dagelijks, maar op het moment dat jij erbij betrokken bent wordt het toch een ander verhaal, dan dringt langzaam het besef bij je door wat een impact zoiets op iemand heeft.
De emoties gieren door je lichaam, de adrenaline is weg en je moet je verhaal kwijt. Gelukkig is manlief dan aanwezig die je aanhoort, af en toe een knikt, niks zegt niets vraagt en je maar laat ratelen. Eenmaal uitgerateld, drink je een paar glazen wijn en gaat naar je bed in de hoop te kunnen slapen. Dat lukt wonderwel goed. Als je wakker wordt lijkt alles een nare droom, maar nee het was echt. Je begint met het verwerken van die toch wel heftige gebeurtenis, pakt jezelf bijeen en gaat verder. Je moet het een plekje zien te geven en weet je daarbij gesteund manlief en een boel andere mensen.
Ik hoop dat het een eenmalig iets is, maar zeker weten doe je dat nooit.